Architectuur is ruimtekunst

Architectuur is ruimtekunst. Dat is mijn antwoord als iemand mij vraagt waar architectuur over gaat. En dan zeg ik er ter verduidelijking bij: ‘Net als een kunstenaar modelleert met massa, componeert een architect met ruimte’

Zo denk ik dan, die zit! Duidelijker kan ik niet zijn. Maar als ik vervolgens kijk naar mijn toehoorder zie ik menig keer een ietwat glazige blik en hoor ik een weinig overtuigend ‘Oh op die manier…’ of ‘ahaa…’.

Blijkbaar is het dus helemaal niet duidelijk. Het is te vaag.

 

Architectuur is ruimtekunst. Dat is mijn antwoord als iemand mij vraagt waar architectuur over gaat. En dan zeg ik er ter verduidelijking bij: ‘Net als een kunstenaar modelleert met massa, componeert een architect met ruimte’

Zo denk ik dan, die zit! Duidelijker kan ik niet zijn. Maar als ik vervolgens kijk naar mijn toehoorder zie ik menig keer een ietwat glazige blik en hoor ik een weinig overtuigend ‘Oh op die manier…’ of ‘ahaa…’. Blijkbaar is het dus helemaal niet duidelijk. Het is te vaag.

Ik zal je uitleggen wat ik bedoel met ruimtekunst. Voor mij is het namelijk de essentie van architectuur. Wat zijn de ingrediënten die je tot je beschikking hebt om een goed gebouw te creëren? Waardoor onderscheidt architectuur zich van gewoon iets bouwen?

 

Ruimtelijkheid gaat over ervaringen. Wat zie je als je een gebouw binnenkomt? Het gaat over overgangen. Hoe wordt je op een logische manier van één ruimte naar een andere geleid? Het gaat over contrasten. Eén ruimte voelt anders aan dan een andere ruimte.

Ik noem dit een ruimtelijk verhaal vertellen. Je kan er mee spelen, je kan het arrangeren. Vergelijk het met het kijken naar een film, die gaat van scene naar scene. Iedere scene heeft een eigen sfeer en vertelt een klein onderdeel van het grote verhaal. Bij een goed gebouw heb je dezelfde ervaring.

Nog steeds te vaag? ik zal enkele voorbeelden geven.

Een goed voorbeeld zijn de laatgotische middeleeuwse kerken. Frankrijk staat er vol mee en vaak bezocht als toeristische attractie op vakantie. Wat gebeurt er als je binnenkomt? Je voelt je klein, geïmponeerd. Dat is geen toeval. Het hele ontwerp van deze gebouwen is er op gericht je duidelijk te maken dat je maar een klein onderdeel bent van de schepping. En dat in dit gebouw de aandacht uitgaat naar de schepper.

De hoge ruimte en de verticaliteit van de kolommen zorgen er voor dat je je kleiner gaat voelen, maar vooral brengt het de aandacht naar boven. Juist ja naar de hemel. Dit wordt nog versterkt door het licht dat via de hoge ramen in de kerk naar binnenvalt. Het is goddelijk licht.

Een ander mooi voorbeeld is de meer filmische ervaring die je hebt als je het Guggenheim museum van architect Frank Lloyd Wright in New York bezoekt. Mijn laatste bezoek is al 15 jaar geleden maar de ervaring herinner ik me nog als de dag van gisteren.

Als je het Guggenheim binnenkomt, kom je eerst in de grote open ruimte. Het ronde atrium wordt naar boven toe wijder waardoor het licht diep naar binnen kan schijnen (best handig in een museum). Maar er gebeurt meer. Door de bijzondere vorm en het mooie licht is de ruimte anders dan je had verwacht. Je ervaart een overgang van de hectische stad naar een museum. Het is meteen duidelijk in dit gebouw gaat het over schoonheid.

Vervolgens stap je in de lift. Weer een overgang naar meer rust. Als je bovenin het gebouw uit de lift stapt, ben je er klaar voor. Je hebt de alledaagse wereld definitief achter je gelaten en je betreedt de wereld van de kunst. Je loopt via de spiraalvormige hellingbaan naar beneden. Geholpen door de zwaartekracht ga je van kunstwerk naar kunstwerk.

En bijzonder, aan de ene zijde van de route zijn de goed uitgelichte wanden en nissen waartegen de kunst wordt geëxposeerd. Aan de andere zijde is het atrium, waar je overzicht hebt en kan kijken naar de overige bezoekers. Dit gebouw doet precies wat het moet doen. Het biedt ruimte aan concentratie en contemplatie enerzijds en aan flaneren en interactie anderzijds. Volgens mij de essentie waarom mensen naar een museum gaan.

Bij het ontwerp van een woning ga je subtieler te werk. Maar de manier van denken is hetzelfde. Het doel is niet om de bewoners te imponeren, maar hen thuis te laten voelen.

Juist in een woning zijn verschillen in ervaringen en sfeer belangrijk. Soms wil je met veel licht ontbijten met uitzicht op de omgeving. En soms wil je meer teruggetrokken een boek lezen bij de open haard. Soms heb je veel ruimte nodig voor een uitbundig diner met vrienden. En soms wil je rust en concentratie om nog wat te werken. Het is fijn als je huis plek biedt aan al deze activiteiten. Je zelfs uitnodigt dit te doen.

Je kan nog een stap verder te gaan. Denk bijvoorbeeld aan een huis georganiseerd rondom een patio. Of een appartement met een dubbele hoogte in de woonkamer, een vide. Ramen die precies de juiste plek zitten, zodat het landschap waarop je uitkijkt zich als een schilderij aan de wand manifesteert.  Ja, dan ben je echt ruimtelijk aan het componeren. Dan creëer je mogelijkheden voor verrassingen, bijzonder lichtinval en interessante doorkijkjes. Zo wordt een woning echt een feest om in te wonen.

Voor mij is het doel van architectuur een comfortabele leefomgeving voor mensen te creëren. Een omgeving die je stimuleert en waar je gelukkig van wordt. Goede architectuur biedt op een natuurlijke manier ruimte aan je leven zoals jij dat wilt leven.

Dus omdat ruimte maken en ruimte geven de kern van mijn vak is, zeg ik dat architectuur ruimtekunst is.

Scroll to top